Willem, Gerart ende Thomas gebroederen zonen wijlen Cornelis Aert Lamberts verweckt bij Agneese sijnder huijsvrouwe dochter Willem Arien Cuijlen, Jacob Peters als man van Anneken, Claes Peterss als man van Aelken, ende Peter Janss als man van Peterken, alle wittige dochteren Cornelis Aertss ende Agneese voers ende alsoe altesamen wittige kijnderen ende erffgenaemen des voirs Cornelis Aertss ende Agneese voirs, hebben gescheijden ende gedeijlt allen alsulcken goederen ende gronden van erven egheen wtgescheijden als renthen chijnsen ende andere goederen egheen wtgenomen als hen tsamenderhant nae doot ende afflijvicheijt hunder ouders sijn aengecomen ende aenverstorven.
(1) Jacob Peters ende Peteren Janss als mannen hunder huijsvrouwen is te deel gevallen: een huijs, hoff, esthuijs met aenliggende lande groot ontrent een sesterselants gelegen met zijne toebehoerten in Berlicum aende Loffaertsen boom, belendingen: Henrick Toniss; Heijlken dochter Claes Zegers; erffenisse Willem Corneliss ende Claes Peterss hier tegen gedeijlt; noch een stuck tuelants groot ontrent 14 lopensaet lants in Roosmalen opte hoeve, belendingen: Tonis Aertss; den vaerwech vande hoeffve aldaer; erffve des convents vanden Wlenborch ten Bossch; Heijlen dr. Claes Zegers; noch een ackerken van een sesterse lants in Berlicum aenden looffaerschen boom, belendingen: Arien Tonis Smolders; Claes Peters ende Willem Corneliss hier tegen gedeijlt zijnde; de gemeijn wetringhe. Belast met 3 mudden roggen aenden geenen daer toe gerecht zijnde; noch eenen braspenninck chijns int boeck van Orthen; noch eenen 2 pen. gebuerchijns.
(2) Willemen Corneliss ende Claes Peters als man zijnder huijsvrouwe is te deel gevallen: een stuck lants groot ontrent een malder saet lants met een weijveltken daer aene liggende in Berlicum aende looffartschen boom, belendingen:
(3) Gerard ende Thomass zonen wijlen Cornelis Artss is te deel gevallen: huijs, hoff, esthuijs metten aenliggende erffve met 2 campen weijlants daer bij liggende in Berlicum ter plaetsen genoempt die hooch steeghde, belendingen: erffve des heeren van Cloetingen; Jacob Aelberts met meer andere; Wellen Andriess; de gemeijne steeghde; noch anderhalven mergen lants in sweerts block tot Roosmalen, belendingen: erffve des heijligeests block ten Bossche; de gemeijnder wetringe; den hoeffdijck; belast met een mudde roggen aen heer Niclaes Vuchts; noch een renthe van 12 gulden aen Aert Peters; noch jaerlix 12 gulden aen Willem Mattheuss; noch jaerlix 5 carolus gulden aen mr. Jacob van Berchen.
Scabini Adriaen Rutten ende Marten Goijaertss.