Archieven

188 In de naam van de heer Amen. Vandaag 10 januari 1654 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan Huibert Jan Rutten en diens vrouw Handersken dochter van Peter Jan Peters, welke Jan ziek in zijn bed ligt en Handersken gezond van lijf en leden. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament opmaken en willen het na hun dood zo hebben uitgevoerd. Ze bevelen hun zielen zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de almachtige god en willen een behoorlijke begrafenis. Vanwege eventueel onrechtvaardig verkregen bezit vermaken ze aan de kerk van Den Dungen 5 stuivers eens en aan de H. Geest ook 5 stuivers eens, direkt na dood van de eerstoverlijdende te betalen. Ze vermaken elkaar over en weer aan de langstlevende van hen beiden de volledige zeggenschap over hun bezit, alsof ze beiden nog in leven zouden zijn en daarvan zoveel te mogen verkopen als nodig is om de schulen te betalen. Inzake alle andere bezit benoemen ze hun zoon Jan Janssen als hun universele erfgenaam. Als voogden over deze Jan Jan Huijberts benoemen ze Jan zoon van Peter Janssen en zijn zwager Peter Claessen en ze verzoeken deze voogden de voogdijschap te willen aanvaarden. De testateurs verklaren dat dit hun testament is. Actum Den Dungen ten woonhuize van de testateurs in aanwezigheid van Hendrick Janssen van Kempen en Delis Peter Colen als poorters en getuigen. Ondertekend : Jan Huijberts, dit merk is van Handersken, Hendrick Janssen van Kempen, Delis Rutten Colen van Overbeeck, quod attestor A. Grahame notaris.