Archieven

20 De schepenen van Veghel verklaren dat voor hen verschenen Dries van Horck soene wylen Gerits, Hanrick Wouterss, Zeger Hanricxs Segerss, Jannen Loeyen Hanricx en Jannen Jan Wellenss, inwoners van Veghel, gedaagd door vorster Jorissen Hanricxs op verzoek van Willemen Surmonts soene wylen Loenis. Zij hebben het volgende verklaard: - Dries van Horck, oud ca. 80 jaren, Hanrick Wouters, oud ca. 60 jaren, Zeger Hanricx, oud ca. 65 jaren, Jan Loeyen, oud ca. 50 jaren, verklaren dat de erfgenamen van Weltken Heyntkens Roelofs aan Hanricken Maes Melissoen verkocht hebben 'een huys, hoffstadt mit eender strepen', dat zij van hun vader geerfd hebben. Hanrick Maes Meliss heeft dit goed hierna verkocht aan Jan Jan Wellens off gemeynlyck Jan Rutten. Hanrick Maessen heeft toen 'een streep' voor zichzelf gehouden, gelegen in Veghel: - e.z. en a.z.: het goed van Engbrecht Rombouts die Greve; - e.e.: het goed van Gerits Danelt Geritss. - Zeger Hanricxs verklaart dat Loenis Surmonts soene wylen Jans, en later zijn erfgenamen, altijd uit dat goed 'garst' gehaald hebben. - Hanrick Wouterss verklaart dat hij Loenis Surmonts, en later zijn erfgenamen, elk jaar 1 'mauwer garst', veghelse maat, uit het goed heeft zien halen. - Dries van Horck verklaart dat hij gezien heeft dat het gezin van Loenis Surmonts uit het voornoemde goed 'garst' gehaald heeft, maar hij weet niet hoeveel. - Jan Jan Wellenss verklaart dat hij het voornoemde 'huys' met toebehoren, dat van Weltken Heyntkens was, gekocht heeft van Hanricken Maes Meliss en dat Hanricx Maessen, die 'die streep' er vanaf hieldben besliste dat hij de 'mauwer garst' uit de 'hoffstadt' aan Loenis Surmonts betalen moest. - Jan Loeyen verklaart dat hij Loenissen Surmonts 'garst' gegeven heeft, maar of hij dat van rechtswege moest doen, is hem niet bekend. Getuigen: 'in pleno judicio'.