Archieven

44 Maria Willems weduwe van Nelis Jans, geassisteerd door Jorden Hermens haar momboir, draagt in eigendom over aan Jan Wijnen en Dirske Gerrits echtelieden een oud vervallen huisje, hof en ongeveer een Hollandse mergen bouwland te Gassel, grenzend oost Ida Willems, west en zuid de gemeente en noord Zijne Hoogheid jaarlijks belast met een schepel rogge aan de Armen van Gassel, een geleend kapitaal van honderd vijftig gulden aan de weduwe van Peter Hendrix Broeren en een geleend kapitaal van vijftig gulden aan de Broederschap van St Jan te Gassel; een bed en alle kleding en al haar verdere goederen. Jan Wijnen en Dirske Gerrits hebben de plicht om Maria Willems haar leven lang in het voorhuis te laten wonen, haar kleding en haar goederen te laten gebruiken en haar te onderhouden en na haar dood uit te betalen aan de weduwe van Peter Hendrix Broeren een bedrag van 20 gulden als aflossing en rente van het bovengenoemde kapitaal van 150 gulden. Ten tweede: na haar dood aan haar dochter Maria een bedrag van 40 gulden en aan de Armen van Gassel ook een bedrag van 40 gulden te betalen. Wanneer bekend is waar haar dochter Hermina Jans is zullen de voornoemde twee maal 40 gulden naar haar of haar erfgenamen gaan. De akte is gepasseerd op 13-08-1746 in het bijzijn van en getekend door Mattheus Leenders schout, Jan Willems en Hendrick Peters schepenen.