Archieven

40 In de naam van de heer Jesus Christus, Amen. Vandaag 5 april 1720 verschenen voor mij notaris en getuigen Adriaen Huijbert Eijkemans en diens vrouw Maria Corsten van den Brandt, inwoners van de heerlijkheid St. Michielsgestel, welke Adriaen ziek in zijn bed ligt maar beiden in het bezit van hun verstand etc. Ze overdenken de zekerheid van de dood en de onzekerheid van het tijdstip en willen daarom eerst hun testament opmaken. Ze bevelen hun ziel zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de heer God en willen dat ze een christelijke begrafenis zullen krijgen. De testateur legateert aan zijn dochter Jenneken die hij hij wettig verwekte bij Teuntie Cornelis Lamberts Roijenheijn vanwege haar legitieme portie de som van 60 gulden eens na dood van de beide testateurs aan haar te betalen middels de voogden over de nakinderen van de testateur in diens huidige huwelijk. Als voogden over de gezamenlijke kinderen van de testateurs benoemen ze Goijaert Dirck Eijkemans, neef van de testateur en Jan Peters van Griensven die is gehuwd met Willemijn Eijkemans zijnde de zuster van de testateur en verder Hendrick van den Brandt broer van de testatrice. Als een of twee van deze voogden komen te overlijden dan mag of mogen de overblijvende voogd of voogden een andere benoemen. De testateurs geven elkaar aan de langstlevende van hen beiden de bevoegdheid om een van die overleden voogden te benoemen. Als een van de testateurs komt te overlijden en als de laatslevende in armoede komt te verkeren, mag die met instemming van de voogden zoveel bezit verkopen als de langstlevende nodig zal hebben ter betaling van de schulden of alimentatie. Verder verklaart de testateur dat alle roerend bezit dat door hem en wijlen diens eerste vrouw in hun huwelijk was ingebracht een waarde had van ca. 15 gulden. De testateurs willen dat dit testament als zodanig wordt uitgevoerd ook al zou het in tegenspraak zijn met ander recht.