Archieven

20 Wij, Jan van de Heuvel en Jan Claessen Cluijtmans, schepenen in St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen Willem Janssen van Geffen en Adriaen Jaspers van der Cammen, onze collegaschepenen, verder Jan Peter Eijkemans oud ca. 74 jaar, Cornelis Ariens oud ca. 66 jaar en Jan Joosten van Gemert oud ca. 72 jaar, allen inwoners van St. Michielsgestel en hebben op verzoek van Jan Gerits, molenaar op de windmolen van den Dungen, eigendom van de Prins van Auvergne, markies van Bergen op Zoom, heer van St. Michielsgestel etc. het volgende verklaard. Ze hebben gezien dat op 13 oktober 1677, 's-middags tussen 12 en 1 uur, er een geweldige wervelwind uit het noordwesten kwam, dat wel een kwartier lang duurde en daarbij de windmolen in Den Dungen gruwelijk uit elkaar heeft gerukt, zoals dat door schepenen en molenmeesters is bevonden. Ze hebben gezien dat de twee zoons van de molenaar bij het zien aankomen van die bui, de molen hebben ontzeild en bezig waren de molen in de wind te houden, te weten de ene zoon Gerit boven en de andere zoon Huijbert, beneden op de loopstaken liggend om die vast te houden. Daarbij is het gebeurd dat door de wind in volle kracht de ijzeren *parsse* waarmee de molen wordt gedraaid, in stukken is gesprongen, waarbij de molen omslingerde en de loopstaken niet meer vastgehouden konden worden, waardoor Huijbert over de loopstaven onder de trap werd gedrukt en dat daarna Gerit en de knecht die hem te hulp was gekomen, boven van de molen waaiden en ter aarde zijn gestort en zich behoorlijk bezeerd hadden aan hun armen zodat de chirurg moest komen. De wind was dermate krachtig dat vele bomen, zowel eiken, populieren, willigen, fruitbomen niet alleen waren omgewaaid maar zelfs gebroken. Ook een huis daar was gebroken en omgewaaid en er was veel andere schade en er zijn diverse mensen omgewaaid. Willem Janssen verklaart dat hij op weg was naar zijn vee tegenover de windmolen en dat alles daar heeft gezien.