Archieven

89 Den Hoogh Edelen elgeborren Heere, den heer Johan Ferdinant van der Steeghden, verkoopt openbaar 'een seer schoone hoeve, bestaende in huijs, schop, hoff, teul, hoij ende weijlanden, gelegen binnen desen dorpe van Vechel, ter plaetse genaempt op Ham, groot in teullanden ses en veertigh loopensaten, in hoijlanden jaerlijcx vierentwintigh carren hoijgewasch ende in wijlanden ses loopensaten, mitsgaders een heijvelt gelegen onder den dorpe vanErp, genaempt den Palsch, alles soo groot ende cleijn, sonder nochtans in de groote van dien gehouden te willen wesen, neffens de reengenoten affgepaelt ende aff gegraven, ende gelyck Jan Baltussen, pachter der selve, jegenwoordigh int gebruijck is hebbende'. Het goed is belast met een cijns van 5 gulden en we stuivers aan de heere van Deurne als rentmeester der geestelijke goederen der stadt ende Meijerije van ’s Bossche. Met de voorwaarden. De openbare verkoop eindigt op 30-07-1710. Het goed wordt gekocht door Willem Jan Theunis van Eert, 'stellende tot borgen Henrick ende Aert Jan Theunis van Eert, sijne respective broeders'. Getuigen: C. van der Hagen, Jacob Martens van Tillaer en Corstiaen van de Ven, schepenen, en M. Niekens, secretaris. Bijschrift: op 01-08-1710 heeft de verkoper van de koper 1.440 gulden en 5 stuivers ontvangen, en de hele koopsom is 2.440 gulden en 5 stuivers, zodat de koper nog 1.000 gulden schuldig is aan de verkoper. Getuigen: C. van der Hagen en Jan Adriaens Verhoven. Bijschrift: uit een quitantie van 21-08-1711 blijkt dat het resterende bedrag van de koopsom betaald is. Getuigen: Jan Adriaens Verhoven en Corstiaen van de Ven, schepenen, en M. Niekens, secretaris.