Archieven

271 Elizabeth huijsvrouwe van Cornelis Goijarts ter tochte ende Rutger ende Lijsken kijnderen Bauwen Rutten ten erffrecht.
Willem ende Peeter gebroederen wittige sonen Jacob Peter Jacobs voor hen selven voor deen hellichte, Eijmbert Hendricx ende Thonis Jan Thonis Huijberts als momboren over de onmondige kijnderen wijlen Cornelis Jacobs ende over donmondige kijnderen wijlen Claes Jacobs oock gebroederen ende soonen van Jacob Peters vors voor dander hellicht (authorisatie schepenen Rosmalen d.d. 11-5-1634); ende de vors Jacob Peter Jacobs als grootvader vande vors onmondigen hem oock vervuegende met de momboren vors; hebben een hostadt, hoff, boomgart ende den tuellande daer aen liggende tsamen ontrent 4 lopense in Berlicum aende looffartsche boom, belendingen: kijnderen Bauwen Rutten; erfgenamen Hendrick Thonis; de werffve der vors kijnderen wijlen Bauwen Rutten ende Goijart Corneliss; de gemeijn straet; item eenen acker saijlants groot ontrent 6 lopense lants aldaar opte looffart, belendingen: erffve des grooten gasthuijs binnen den Bosch; kijnderen Willem Thonis Willemss; erffve des gasthuijs vors; de gemeijn straet; met sijne houtwassen ende potinge op ende tegens beijde de vors erffve wasschende, welcke vors erffensise de vors Jacob Peter Jacobs in cope vercregen hadde tegens Jenneken dochtere Peter Jacobs sijne sustere, ende tegens derffgenamen van Jan Verheijen (schepenbrief Berlicum d.d. 1-12-1618 en 9-2-1606); ende de vors Jacob Peters daer in de tochte hadde gecedeert aende vors comparanten als wesende sijne wittige kijnderen ende erffgenamen (schepenbrief Rosmalen d.d. 10-5-1634); veroccht aen Jannen Adriaen Zegers cum suis als momboren van Elizabeth dochtere Jan Arts nu tegenwordige huijsvrouwe van Cornelis Goijarts ter tochte ende Rutgern ende Lijskenen kijnderen Bauwen Rutten tot behoeff derselver ten erffrecht.
Actum coram Jan Janss de Bitter ende Jan Peters vande Westerlaecken schepenen desen 13-5-1634.