Een voor Boxmeer alleszins geruchtmakend arbeidsconflict in 1895 laat bij Van der Voort diepe sporen na. Het heeft zijn latere afkeer van sociale organisatie in Tilburg zeer beïnvloed.
In februari van genoemd jaar komen enkele leden van de Nederlandsche Internationale Sigarenmakers en Tabaksbewerkers Bond (NISTB) naar Boxmeer om propaganda te maken en leden te werven. Zij slagen in hun opzet: zo'n twintig sigarenmakers melden zich aan, de meesten werkzaam op twee fabrieken, waaronder die van J. Boes. Met nauwelijks verholen spot bericht het Boxmeers Weekblad, dat nu voor het Land van Cuijk de verlichte tijd en de verbetering van de sociale toestanden is aangebroken. Al kan men over het feit zelf dan lachend de schouders ophalen, het is volgens de redactie toch gewenst dat de patroons en de overheden deze 'socialistische agitatie' een halt toe roepen.(14) En dat doen deze met overtuiging en straffe repressie. De patroons stellen de leden van de Bond voor de keuze tussen hun lidmaatschap en het behoud van werk. Als de arbeiders na een bedenktijd van twee weken voor dit dreigement niet willen buigen, laat men hen barsten: zij krijgen gedaan.(15) Hiermee geraakt het conflict in een patstelling: geen van de partijen wil toegeven, waarmee het conflict in een staking overgaat. Van de zijde van de Bond worden de uitgesloten arbeiders, nu stakers genoemd, geldelijk gesteund.
De stakende arbeiders trachten vergeefs door middel van een circulaire begrip bij de bevolking te krijgen: zij staan geïsoleerd. Een confrontatie met enkele arbeiders loopt zelfs op een stevig handgemeen uit.(16) De fabrikanten daarentegen vinden alom instemming voor hun handelwijze en vasthoudendheid, niet in de laatste plaats bij de burgemeester en de pastoor. Groot gelijk hebben ze, die patroons, stelt een inwoner van Boxmeer. Die baas is moet baas blijven, dit is altijd zo geweest, anders gaat de boel op de sloffen.
bron: http://www.historietilburg.nl
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.