Archieven

210 In de naam van de heer God amen. Vandaag 27 december 1688 na de middag omstreeks 2 uur, verscheen voor mij notaris en getuigen Peter Janssen Vuchts en diens vrouw Elisabeth dochter van Jan Hendricks van Kempen wonend in Den Dungen, beiden gezond van lijf en leden en in het bezit van hun verstand en geheugen. Zij overdenken de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en willen daarom hun laatste wil opmaken en willen zulks na hun dood te worden nagekomen ook al zou het in strijd zijn met ander recht. Ze bevelen hun zielen zodra zij zijn overleden aan bij de almachtige God en willen een christelijke begrafenis. Ze vermaken aan hun zoon Jan de som van 250 gulden, verder een trekpaard, karren, ploeg en ander paardengereedschap ofwel 50 gulden daarvoor in plaats van het paard etc. en Jan zal verder niet meer mogen eisen dan de andere getrouwde kinderen maar moet tevreden zijn met deze uitzet. Zulks doen ze omdat Jan het langst ongetrouwd is gebleven en bij hen heeft gewoond. Ze verklaren dat ze aan hun andere zoon Cornelis omstreeks 11 jaar geleden in geld etc. de som van 100 gulden hebben gegeven en ze willen dat Cornelis dat bedrag indien hij eerder dan de testateurs sterft, dat in de boedel zal inbrengen. Hun andere zoon Mattijs omdat die een ongeluk heeft gehad hoeft al hetgeen hij van hen heeft gekregen niet in te brengen en ze verklaren dat zulks uit liefde is gebeurd. Verder vermaken ze elkaar over en weer aan de langstlevende van hen beiden de som van 200 gulden, vrij te maken uit hun gezamelijk bezit welke 200 gulden die naar eigen keuze mag besteden. Alle andere bezit vermaken ze aan hun 4 kinderen met name Cornelis, Jenneken getrouwd met Peter Martens, Matteus en genoemde Jan en benoemen hen als hun universele erfgenamen. Indien een van de erfgenamen zich tegen dit testament verzet, krijgt die alleen de legitieme portie en de rest gaat dan naar de overige kinderen of erfgenamen.