Archieven

284 Verschenen is Huijbert Willems Bosch ter ener zijde en Evert Jacobs wat betreft vruchtgebruik en diens kinderen Adriaen en Willem, met verder Lenaert Wijnant Suijskens als man van Lambertien dochter van Evert Jacobs, verder Jenneken als dochter van Evert Jacops met Geraert Rutten van Elswijk en Geraert Willems Bosch als voogden over Jacob en Dingen minderjarige kinderen van Evert Jacobs verwekt bij Anneken dochter van Willem Geraert Bosch en Dingen, daarin wat betreft het erfrecht, hebben het bezit gedeeld dat ze hebben geerfd van wijlen Willem Geraert Bosch en diens vrouw Dingna zoals hen is toebedeeeld met hun broers en zusters in het jaar 1623 of 1624 voor schepenen van Heeswijk. (1) Genoemde Evert Jacops wat betreft vruchtgebruik en diens kinderen voor het erfrecht, krijgen een stuk land gelegen in Heeswijk ter plaatse genoemd de Swolverdonck, belendend Jan Geraerts op Sijl, Handrick Jan Ddelissen, de rivier de Aa. Nog krijgt hij een stuk hooiland gelegen ter zelfder plaatse, genoemd aldaar de Boontuijn, belendend het beneficie van de kapel van Heeswijk, de hoeve waar nu Marten Corstiaens van Goch op woont, het erf van Willem Geraerts genoemd de Boontuijn, de rivier de Aa. Nog de helft van van een akker in totaal groot 7 lopenzaad, gelegen te Dinther aan de Beuge, zoals is afgepaald genoemd de Voschbraeck, belendend de erfgenamen van Jenneken weduwe van Jan Francken (=van Roij, JT) Huijbert Willemsen Bosch als condivident, jonker Gijsbrecht van der Schaudt, de erfgenamen van Corstiaen Elias. Uit de Boontuijn jaarlijks een zester rog te betalen aan Huijbert Willemsen. (2) Genoemde Huijbert Willem Bosch krijgt een streep teulland gelegen te Heeswijk genoemd de Nieuwelant, belendend het erf van de heer van Heeswijk genoemd de Brant, Geringh Luijcassen cum suis, Joachim Pauwels, het erf van het klooster van Marienwater genoemd het Cloosterbosch. Nog krijgt hij het derde deel van een hooibeemd, over de rivier de Aa tussen de Oude en de Nieuwe Aa.