Archieven

143 Scheiding en deling tussen de vijf kinderen van wijlen Augustin Hendrix. Lot 1 is voor Gerard Hendrix van Tiel, getrouwd met Cathrijn Augustinussen: een weiland genaamd de Veeringe, gelegen te Overlangel onder Herpen, een zijde Rutt Derx van Mill, andere zijde de gemeijne straet; nog 3 akkers bouwland genaamd d'uije ackers gelegen te Overlangel, een akker naast Langel naast de pastorie van Herpen, de andere twee naast Herpen, ook naast de pastorie van Herpen. Belast met 2 posten Maasdijk, een gelegen tegen het huis van Jan Driessen, de andere tegen de hof van Arien Hendrick Seben. Lot 2 is voor Willemijn Augustinussen: het huis, schuur met de kruidentuin en boomgaard, genaamd de Sluijs gelegen te Overlangel, beide zijde de gemene straat, een eind op de Maasdijk; en nog de Schans bestaande uit 5 akkers met de visserije en groesvelt daaraan gelegen en de vier lange akkers daarnaast gelegen, andere zijde Bertenhoff, een eind op de Capelhoff en meer erven, andere eind op de Maasdijk; dit lot moet 50 gulden betalen aan lot 1, 150 gulden aan lot 4 en 100 gulden aan lot 5. Lot 3 is voor Hendrick Augustinussen: een huis en hof gelegen te Overlangel tegenover Jan van de Peppelen, langs de gemene straat en de Maasdijk, een einde Jacob Janssen de Cleijn en meer erven. Lot 4 is voor Maria Augustinussen: een weikamp in het Velperbroek, een zijde erfgenamen Wolter Driessen van Duren, andere zijde erfgenamen Laurens Cocken, een eind op de Wettering, andere eind op de Maasdijk; nog 5 akkers bouwland te Overlangel, een zijde Peter Janssen, andere zijde erfgenamen Jacob Arts, een eind erfgenamen Jan Peters, andere eind de gemene straat; nog 5 akkers bouwland te Overlangel, genaamd Juxke Sijmons hof, een zijde den Capelhoff, andere zijde Marcus Janssen Voss en meer erven, een eind op den Wielcamp, andere eind de gemene straat.