Archieven

14 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Eijmert van den Morselaer, regerend presidentschepen van Boxtel en verpacht aan Govert Adriaens van Casteren een *stede* staande en gelegen te Boxtel in herdgang Lennesheuvel zoals nu in gebruik is door de weduwe van Aert Anthonissen van der Ast, verder nog 2 stukken akkerland, de ene genoemd de Nieuwen akker en de andere genoemd de Ansemsacker in de zelfde herdgang. De huur loopt voor 6 komende jaren en kan door elk der partijen na 3 jaar worden beeindigd maar die dat wenst moet met Kerstmis vooraf opzeggen. Het huis en de dries bij het huis en de graskanten zijn te aanvaarden op Pinksteravond, de tuin bij het huis, de weide genoemd het Rullen, het hooiland in de Beecq en de achterste dries binnen de bocht bij het huis per half maart en het teulland en het akkertje aan het einde van de wei het Rullen , te aanvaarden in de oogsttijd stoppelbloot, alles in het jaar 1709 en zo moet het aan het einde van de termijn worden nagelaten. Als voorlijf wordt jaarlijks 33 gulden betaald, verder 4 mud rogge en mud boekweit, het geld in 2 termijne, de ene helft op St. Maartensdag en de andere helft met Pinksteren, verder de boekweit en de rogge op Maria Lichtmisdag te leveren in de stad Den Bosch of elders op de zolder van verpachter naar keuze van de verpachter. Verder moet de pachter alle dorpslasten betalen, de bedes, contributies etc. aan de borgemeesters en een verponding aan de collecteur der verpondingen. Verder moet de pachter de vijandelijke contributie of brandschatting betalen. De pachter moet het huis onderhouden en repareren en jaarlijks 4 vijmen dakstro op het huis leggen, nog alle burenverplichtinge na te komen en de schouwen te onderhouden. Het fruit van de boomgaard is half en half.