Henrick sone Jan Hendricx van Lijemde bijden zelven ende Meetken dochtere Hendrick Rutten sijne huijsvrouw verwect, Aert sone Jan Goijaerts Hanegraeffs als man van Jenneken, Jan sone Jan Aelberts wonende tot Roosmalen als man van Elizabeth, Willem sone Roeloff Artssen Hagelaers als man van Catharina, ende mr. Cornelis van Merendonck licentiaet inde rechten ende advocaet binnen sHertogenbosch inden naem van mr. Hendrick Dongius licentiaet inde rechten ende advocaet binnen de stadt Antwerpen als man van Hilleken (schepenbrief Antwerpen d.d. 1-2-1631), altezamen gesusteren ende kijnderen van wijlen Jan Hendricx van Lijemde vors; hebben met malcanderen gemaect een accordt ende contract in plaetse van erffsceijdinge offte erffdeijlinge van alle de goederen, gronden ende erffven van henne ouders vornt aengecomen.
(1-2) Aert sone Jan Goijarts ende Willem Roeloffs is te deel gevallen: een huijs, esthuijs, boomgart, tuellant ende weijlant tsamen aen malcanderen leggende groot ontrent int geheel 12 lopense gelegen eensdeels inne tvrijdom der stadt sHertogenbosch ten Dunghen ende eensdeels onder Berlicum ter plaetsen genoempt de Sporckt, belendingen: Jan Hermans van Luijck westwarts; erfgenamen Gerart Claessen; Willem Tijssen cum suis; de gemeijn strate; belast met een erfpacht van een mauwer roggen jaerlijcx aende heijligen geest ten Bosch; item alnoch 2 gulden 9 stuijvers jaerlijcx aende geinteresseerden; item alnoch ontrent 3 stuijvers 2 ort chijns jaerlijcx aende geenen daertoe gerecht sijnde. Ende sall dit loth tot betalen vande schulden vanden sterffhuijs moeten bijleggen gereet eens 25 gulden. Item te hebben een sesterse tuellants gelegen oock ten Dungen ende plaetsen vornt in het bauwen roth, belendingen: Peeter Janssen; Delis Janssen; Jan Hendrickx Jongelinck.
(4) Hendrick sone Jan Hendrickx van Lijemde is te deel gevallen: twee streepen tuellants naest malcanderen gelegen groot ontrent 6 lopense met sijne houtwassen daer in ende teijnden liggende, onder Berlicum tot Middelrode ter plaetsen genoempt den rouwen camp, belenidngen: erfgenamen Jan Aertssen vander Donck; mr. Hendrick Dongius condivident; erffve des convents vanden Uijlenborch binnen sHertogenbosch; Delis Janssen Weijgergancx; item noch 4 stucken ofte streepen tuellants malcanderen aenliggende groot ontrent int geheel 6 lopense met sijne houtwasschen daer in ende teijnden staende ende wassende, in Berlicum tot Middelrode ter plaetsen aenden crommen wiel aldaer, belendingen: Delis Janssen van Osch; mr. Hendrick Dongius condivident; erfgenamen Corstiaen Hendrick Spirinck ende den crommen wijell; item eenen mergen hoijlants sijnde de helfft van 2 mergen hoijlants ongesceijden ende ongedeijlt, onder tvrijdom der stadt sHertogenbosch ten Dungen tegens de baseldonck over.
Scabini testes Art Claess van Doerne ende Willem Jan Dircx. Actum den 11-9-1632.