Archieven

263 Voor schepenen verscheen Leendert Gielens oud ca. 23 jaar en Gerit Peeters oud ca. 24 jaar en hebben een verklaring afgelegd. Zij zijn op zaterdag 26 april 1687 in de avond ten huize geweeest van Arijen Jan Peeters, omstreeks 8 of 9 uur. Ze zijn daar uit huis gegaan en zijn gekomen ana nhetr huis vanh Wilbert Arijen Timmers en hebben daar de persoon van Claes Jan Jacobs gezien met een roer in zijn hand waarmee die een klein hondje doodschoot, voor hun voeten, welk hondje eigendom was van Jenneken weduwe van Lammert Gerits van Elswijck, waar Leendert Gielens als deponent knecht is en er thans woont. Daarop heeft hij deponent het roer van Claes Jan Jacobs afgenomen en in opdracht van de officier alhier het roer hem ter hand gesteld. De hond is doodgeschoten op minder dan 3 passsen van waar hij deponent stond, zonder dat hij enige woordenwisseling met de dader heeft gehad. Het hondje heeft twee wonden in zijn lijf gekregen. Getuigen Jan Cornelisse en Wilbert Arijen Timmer als schepenen. Datum 30 april 1687.