Gerart, Henrick ende Jacob gebroederen, sonen wijlen Jan Henricxen Glaudimans, Anthonis sone Lenart Thonis Smolders bij Agatha sijn huijsvrouwe verwect ende Willem sone wijlen Willem Gijsbertss als mombor over Anthonis sone wijlen Corstiaen Willem Gijben bij Margrijet sijne huijsvrouwe verwect, beijde dochteren des vors wijlen Jan Henricxen verwect bij Lijsken Peter Henricxen sijne huijsvrouwe, altezamen kijnderen ende erffgenamen des vors wijlen Jan Henricxen; hebben met malcanderen hebben gemaect een erffdeijlinge ende erffsceijdinge van alle ende eenen ijegelijcken goederen bijde vors hunne ouders achtergelaten.
(1) Gerart sone Jan Hendricx is te deel gevallen: een huijs, hoff, boomgart, tuellant ende hoplant aen malcanderen liggende, groot ontrent 4 lopense in Berlicum aende schutsboom aldaer, belendingen: erffve der abdije van Berne; de gemeijn strate; Jan Thoniss ende erffve hier tegens gedeelt; item de helft van 2 mergen hoijlants inde empelsche hoeven ongesceijden ende ongedeelt, waer van dandere hellicht is aengedeijlt den derden lothe, belendingen: eenen camp genoempt den croeckcamp; Evert Somers; eenen camp genoempt strijpen camp; Bartholomeus Loeff; een renthe van 25 gulden eens tot Dijnther.
(2) Anthonis sone Lenart Tonis Smolders is te deel gevallen: 2 stucken tuellants groot ontrent 5 lopense lants in Berlicum aent braecvenne, belendingen: erffve der abdije van Berne; Jan Thonis Smolders den jongen; erffve hier tegens gedeelt inden iersten lothe begrepen; een erfrente van 11 gulden 5 stuijvers jaerlijcx staende opden dorpe van Berlicum. Belast met aenden vierden loth 100 gulden ende aenden vijffden lothe 25 gulden.
(3) Willem soon Willem Gijsberts tot behoeff van Anthonis sone Corstiaen Willem Gijben is te deel gevallen: 2 stucken tuellants groot ontrent 3 lopense in Berlicum ter plaetsen genoempt inde hasselt,
(4) Hendrick sone Jan Henricxen is te deel gevallen: een stuck tuellants met eenen streep lants daer teijnden aen gelegen groot tsamen 7 lopensaten onder Roosmalen ter plaetse genoempt inde merlaers camp, belendingen: Jacob Jan Henricxen hier tegens gedeijlt inde 5e loth geruert; de gemeijn weteringe daer vlijetende; de gemeijn strate; erfgenamen Jan Tonis Jan Colen; item de helfft van eenen streep tuellants groot ontrent int geheel 3 lopensaten ongesceijden ende ongedeelt waer van Gerart Jan Hendricx dander hellicht toebehoort, aldaar, met ontrent eenen mergen heijcamps daerneffens aengelegen, gelijck tselve met eenen graft sall affgegraven worden, salvo dat daervan 3 roijen sullen moeten affgegraven worden van eenen graeff tot den anderen, dewelcke sullen comen bij t5e loth, belendingen: Goossen Lamberts; Jacob Jan Henricxen int 5e loth geruert; erffgenamen wijlen Jan Toniss; de gemeijn strate; item te ontfangen vanden 2en lothe eens 100 gulden gereet.
(5) Jacob sone Jan Henricxen is te deel gevallen: een stuck tuellants met 3 streepen tuellants ende met 3 roijen heijcamps tsamen aen malcanderen liggende groot ontrent tsamen een mauwersaet lants in Roosmalen ter plaetsen inde merlaers camp,
Actum coram Wouter Aertss ende Jan Goijarts schepenen desen 4-4-1637.
Depost. Bekennen Gerart Jan Henrickx ende Henrick sijnen broeder den achtersten streep gedeelt te hebben inder vuegen dat Gerart het vorste deel sall hebben naest de strate ende Henrick sall hebben het achterste deel. Actum ut supra.