Archieven

310 Wij Willem Goerts van der Merendonck en Jan Michiels, schepenen verklaren dat voor ons zijn verschenen Jan Aerts van den Gasthuijs weduwnaar van Marie dochter van wijlen Christiaen Gerrits van den Venne als a.s. bruidegom ter ener zijnde en Antonia wettige dochter van wijlen Peter Jacops van den Broeck, door deze Peter verwekt bij diens vrouw Chatarijn dochter van wijlen Gijsbert van Sweensbergen, met haar broers Jacop en Peter als bruid ter andere zijde en hebben huwelijkse voorwaardes gemaakt. Als de a.s. bruidegom overlijdt zonder wettig nageslacht bij Antonia te hebben verwekt, zal Antonia uit alle bezit van de a.s. bruidegom van welke aard dan ook, een jaarlijkse rente gaan ontvangen van 12 guldens en wel direkt na dood van de a.s. bruidegom, ofwel daarvoor 200 karolusguldens eens. De rente te ontvangen zolang ze leeft of ze krijgt voor de rente van 12 gulden een bedrag van 200 gulden eens door haarzelf te mogen beleggen en na dood van Antonia gaat die 200 gulden weer terug naar de erfgenamen van de a.s. bruidegom. Als Antonia zou sterven zonder wettig nageslacht bij de a.s. bruidegom te hebben verwekt, krijgt de bruidegom 100 karolusguldens, die daarvan het vruchtgebruik houdt zolang hij leeft. Als het bezit van Antonia die 100 gulden niet kan opbrengen, moet Jan tevreden zijn met eenmalig 40 karolusguldens ofwel daarvoor een jaarlijkse rente wat betreft vruchtgebruik of tevreden zijn met het erfdeel van haar broers en zusters, alleen voor zolang hij leeft en langer niet. Het bezit wat van haar na dood van Jan overblijft gaat weer terug naar de erfgenamen van haar kant. Verder zal Jan aan elke van zijn voorkinderen verwekt bij Marieken dochter van Christiaen Gerrits van de Venne als die trouwen de som van 100 karolusguldens geven en een bed en toebehoren, verder een koe, een paard en andere spullen zoals dat hoort. Als een van zijn voorkinderen tegen het advies en instemming van de uitvoerders en voogden trouwen, zullen die geen uitzet krijgen.