Mr. Henrick vanden Dunghen licentiaet in beijde rechten ter eenre ende Jan soone Peter Zelen vande Westerlaecken in Berlicum ter andere sijden, hebben gemaeckt een minnelijck accordt, sceijdinge ende deijlinge vande goederen hen bij haere ouders saliger achtergelaten.
(1) mr. Hendrick is te deel gevallen: den vorsten camp groot ontrent 3 merghen lants, mitsgaders de hellicht vande busselen in Berlicum ter plaetse genoempt de werfft, belendingen: Rogier van Broeckhoven; de gemeijne weteringe ende erfgenamen Claes Gerart Artss; de gemeijne stege; erffve Peter Colen eertijts hier tegen affgedeijlt. Hier door ende over sall wegen den achtersten weijcamp mette busselen aende vors. vorsten camp eertijts toebehoirt hebbende. Belast met 200 gulden eens daer wt te vergelden staende bij haren vader saliger geconstitueert volgens de brijeven ende bescheeden daer aff sijnde. Item een busselken hout wasch int geheel 3 lopense in Roosmalen ter plaetsen genoempt hezeler, belendingen: Peter Sijmons van Hedel oostwarts; een heijcamp des heere van Geffen westwarts; eenen vaerwech aldaer; Grijetken weduwe Jan Corneliss beeckvelt. Item een stuck lants eensdeels ackerlants heijlants ende elssen busselen tsamen 3 lopensaeten in Sinte Michijels Gestel ter plaetse genoempt het rutven, belendingen: Jan Andrijessen; Hendrick opt hoogh; Jenneken weduwe Jan Janss Deliss vander Steen; de gemeijnte eertijts, nu de erffve van Peter Hermans de Wever. Item noch 8 hont, soo weijlant als elsse busselen inde parochie van Nullant ter plaetsen genoempt inde Bosschen, belendingen: erffve des convents vande fraters nu des capitels van St Jan Evangelsit deser stadts; erffve toebehorende de vijcarije van Nullant; Metken weduwe Jan Adriaenss saliger nu Willem Marceliss; de gemeijn straet.
Getuijgen schepenen in Berlicum Zebert Lamberts Vuchts ende Jan Jan Zelen, actum 26-8-1628.