Archieven

168 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jan Hendrick Goossens oud 40 jaar en Goijaert Cornelissen wonend te Berlicom 66 jaar en Hendrick zoon Hendrick Goossens 27 jaar en inwoners van St. Michielsgestel, alle drie geloofwaardige getuigen en hebben op verzoek van Goijaert Sijmons Beniers het volgende verklaard. Jan Hendrick Goossens verklaart dat hij afgelopen juni 1652 ten huize van de requirant is gekomen en dat hij daar diens vader Sijmon Goijaert Beniers heeft aangetroffen in bezit van zijn verstand en 5 zintuigen en dat Sijmon toen tegen de attestant zei *ik zou mijn zoon voor zijn trouwe dienst een som geld vermaken maar ik begrijp dat de notaris niet thuis en ze zeggen mij dat gij wel ter penne zijt, zoudt gij daarvan niet een letterken willen schrijven*. Daarop had de attestant gezegd dat hij dat graag zou doen op verzoek van Sijmon en hij heeft toen een akte geschreven, waarop Sijmon aan genoemde Goijaert zijn zoon de som van 600 gulden had vermaakt, 300 gulden die Goijaert aam hem schuldig was en 300 gulden uit een som van 1000 gulden waarvan Anna Jacob Ruelens de rente betaalt, zoals blijkt uit die akte, waarvan de attestant verklaart dat die akte aan Sijmon is voorgelezen en door hemzelf met een merkteken is ondertekend, zeggend dat hij niet anders schrijven kon. Genoemde Goijaert Cornelissen en Hendrick Goossens verklaren dat ze op verzoek van Sijmon Goijaerts aanwezig waren bij deze akte en hebben gezien dat Sijmon met volle verstand was en de akte zelf heeft ondertekend en dat hij met bedroefde woorden veel klachten had over zijn vrouw Mariken had. De attestanten zijn bereid zulks later onder ede te bevestigen. Aldus geschied te St. Michielsgestel in aanwezigheid van Goijert Willems Cuijper en Mathijs Jacob Mathijssen als getuigen op 3 februari 1653. Ondertekend: Jan Hendrick Goossens, dit merk is + van Goijaert Cornelissen, Hendrick Hendrick Goossens, Goijaert Willem Cuijpers, Mathijs Jacop Mathijssen als getuige, quod attestor A. Grahame notaris.