Archieven

208 Willem soene wylen Hanricx soene wylen Jans vander Ryt 'onse mede scepen', en Danelt soene wylen Thomas Janssoen, en Willem soene wylen Hanrick Houbraken, mede namens Jannen soene wylen Wouter Janssoen, hebben opgedragen en overgegeven aan Jannen soene Driessen vanden Horck en zijn zus Ermgarden mede ten behoeve van haar kinderen 'enen huyse, schuer, esthuys, hostat ende hoff' met toebehoren, groot ca. 1 'mauwersaets', met de halve 'grave' tussen dit goed en 'den ecker genoemt Baten ecker', met het recht van wegen tussen dit goed en het goed van Aert Philipssoen die Lew en met houtwas, gelegen in Veghel aen die Donck tusschen die Bruggen: - e.z.: 'den ecker genoemt Baten ecker'; - a.z.: Aert Philips; - e.e.: het goed van Rombout Eymbrechss die Greve en anderen; - a.e.: 'die gemeynt'. Zij hebben dit goed geërfd van Aleyten dochter wylen Jans soene wylen Hanricx vander Ryt. Eerder had Jannen soene wylen Claeus Wautgerss man van voornoemde Aleyten dochter wylen Jans vander Ryt dit goed toebedeeld gekregen. Het goed is belast met jaarlijks: - een erfcijns van 4 Bossche ponden payment aan 'den rectoer vander capellen tot Liemdt'. Hiervoor zullen Jan en zijn zus Ermgaert 28 Carolus gulden eens geven aan de mede-erfgenamen van Aleyt Jansdochter vander Rijt; - een grondcijns van 3 stuivers aan de heer van Helmont; - 'die landtweer die hier van rechswege op staet'. Getuigen Dries van Horck en Jan Hanricx.