Archieven

31 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jenneken weduwe van Jan Hendricks van Kempen dochter van Jan Michiels met haar mede erfgenamen en verzocht om een inventaris opgemaakt te krijgen van de meubels en huisraad nagelaten na dood van Adriaen Jan Michiels en diens vrouw Christiana natuurlijke dochter van Daniel Franssen. Daarop heb ik notaris mij begeven ten huize van Aert Dielis Geerts staande op Den Dungen in een bepaalde kamer waar deze Christina heeft gewoond gehad. Aldaar is bevonden : een gestreept bed gevuld met ´tuil´, een gestreept hoofdpeluw ook gevuld met ´tuil´ twee oorkussens, een groen gestreepte deken, een slechte gestreepte groene deken, 5 slaaplakens zowel goede als slechte, 8 vrouwenhemden, 7 kappen, 3 neusdoeken, drie kragen, een pellen taffellaken, een pellen servet, een ´korsten´doekje, een slecht gebloemd lijfje, een paar overmouwen, een linnen schort, een wollen schort, een blauw linnen voorschoot, een trichter rok met twee trijpen boorden met rode voering, 3 slechte rokjes, een slecht zwart rokje, een paar schoenen, een rasp, een witte ketel van 4 pond, een klein keteltje van 2 pond, een handketeltje wegend 4 pond, een tinnen saucierke en een schotel wegend 2 pond, een wit koperen pannetje, een struifpan, een slecht vuurpannetje, een koperen potje wegend 5 pond, een slechte beddesteek, een klein waskuipje, een hangijzer en een hekeltje, een blauwe streng garen, twee strengen webgaren, een zak gevuld met ca. 3 zesters boekwijt, een zak met ca. 5 zesters rogge, een stenen drinkpot, een neerslaande tafel, 3 slechte stoelen, 4 tinnen schotels twee grote en 2 kleine met een saucierke en een zoutvat wegend samen 10 en een half pond, een koperen blaker, 11 nieuwe houten telloren. Aldus geinventarieerd en de genoemde erfgenamen verklaren bereid te zijn de opgave onder ede te bevestigen, opgemaakt in aanwezigheid van Wouter Adriaens van Den Bosch en Aert Dielis Geerts. Actum op 7 maart 1646, quod attestor A. Grahame notaris.