Wij Willem Adams en Jan Wouter Hoefnagels schepenen, verklaren dat voor ons zijn verschenen Willem Peters van Grinsven ter ener zijde en Cornelis Marcelis ter andere zijde en hebben vanwege het opvoeden van Teunisken onecht dochtertje van wijlen Jan Marcelis verwekt bij Merijke dochter van genoemde Willem Peters, afgesproken dat Willem Peters dat onechte kind zal gaan opvoeden en onderhouden tot de tijd toe dat het kind bekwaam is om zelf de kost te kunnen verdienen. En genoemde Cornelis belooft het kind voor de helft een uitzet mee te geven in kleren, zowel wol als linnen en zal aan Willem Peters nog kontant 40 karolusguldens betalen. Daarmee is Cornelis verder voor alles gevrijwaard tot de tijd dat het kind de kost kan verdienen. Actum 19 november 1657.