Voor mij notaris en getuigen verschenen Hendrick Huijberts van den Merendonck thans kerkmeester in Den Dungen oud 59 jaar en Jan Rut Michiels thans borgemeester in Den Dungen oud 30 jaar zijnde betrouwbare getuigen en hebben op verzoek van Jacob Peter Joosten als inwoner van Nuland verklaard dat zij attestanten in mei 1652 ten huize zijn geweest van Hendrick Delissen Weijgergancks getrouwd zijnde met Willemke eerder weduwe van Jan Hendricks van Grienven en dat toen deze Willemke ziek op bed lag en in aanwezigheid van de attestanten aan deze Willemke door Jan Janssen Spierincks de laatste afrekening werd voorgelezen die Jan Hendrick van Griensven als voogd over Delis zoon van Rut Janssen was gemaakt en dat daar toen werde bevonden bij het slot van de rekening dat Jan Hendricks aan de genoemde Delis Rutten een bedrag schuldig bleef van 684 guldens, waarvan Willemke had verklaard dat haar man Jan Hendrick van Griensven dat geld had ontvangen en dat Jacob Peter Joosten als medevoogd van haar man, geen administratie of beheer had gehad van de ontvangsten en uitgaves of inzake dat bedrag van 684 gulden en daar niets mee van doen had en dat alles ten laste kwam van haar eerste man. De attestanten verklaren nog dat ze zulks zelf hebben aanhoord en dat ze deze Willemken enige dagen voor haar dood die woorden hebben horen spreken. De attestanten zijn bereid zulks later onder ede te bevestigen. Aldus geschied in Den Dungen ten woonhuize van mij notaris in aanwezigheid van Jan Ariens van Os en Adriaen Janssen Broeren als getuigen op 19 juni 1652. Ondertekend: Jan Janssen Rutten, Hendrick Hendrick van der Merendonck, dit merk is + van Jan Adriaens van Osch, Ariaen Jan Peter Broeren, quod attestor A. Grahame notaris.