Archieven

383 De broers Ancem en Dirck, soene wylen Roeff Dircx, hebben opgedragen en overgegeven aan hun broer Henrick soene wylen Roeff Dircx 'een stuck ackerlants, groot omtrent vier lopense', gelegen 'binnen den prochie van Vechel ende binnen den palen van Rode' (bedoeld is: binnen den prochie van Rode ende binnen den palen van Vechel), ter stede geheyten op Creytenborch
- e.z.: Henrick Merten Symons
- a.z.: de erfgenamen van Jochim Corsten
- e.e.: Henrick Rut Lamberts
- a.e.: Beert Gerit Delis met haar kinderen
Ook hun rechten in een erfcijns van 15 stuivers. Claes Aert Schepers had beloofd deze erfcijns te betalen uit een 'huys, hoff, hostadt ende erffenis' met toebehoren, groot 5 lopens lants, gelegen in de parochie van Schynle, ter plaetsen geheyten d' Lutteleynd in die Kuyl
- e.z.: Jan Maes Olysleger
- a.z.: de erfgenamen van Gerit van Beest
- e.e.: de heyligeest van Schynle
- a.e.: aen die gemeyn straet van Schyndel
Ook uit 'een camp hoylants, groot eenen buender velts', gelegen aldaar aent Wybosch ter stede geheyten int Denerdonck
- e.z.: Gerits van der Hagen
- a.e.: Peter Reynderss van den Dijck met anderen
- voort: aen 't gemeyn broeck van Schyndel
Zoals in een Schijndelse schepenbrief van 02-02-1549 (= 1550) beschreven staat.
Het goed is belast met een:
- een erfcijns van 4 1/2 carolus gulden aan Hilleken dochter wylen Joachin Corsten
- jaarlijks 1/4 vat rogge, Bossche maat, aan Oijda Horcx
- jaarlijks 1 stuiver cijns te betalen tot Sente Oeden Rode 'aent boeck van den rentmeester van Den Bosch'
Getuigen: Joris Gerit Henricx en Peter Gysbert Driessen, scepenen