Archieven

156 Voor schepenen zijn verschenen Jan Henricks de Bever, Gijsbert Henricks de Bever welke beiden handelen voor Heijlwig dochter van Henrick de Bever, verder Pouwels Dircks die handelt voor zijn 3 broers en zusters, Adriaen Jacops als man van Henriecken, Jan Willem Rademaker als voogd over de minderjarige kinderen van Dirck Henricks, waarbij Jan is gemachtigd door de andere voogden, verder Goert Goessens, Elizabeth weduwe van Jan van de Venne, Jan Willems die is gemachtigd voor Reijnier Willems als man van Margriet, Lauwrens Willems die handelt voor de minderjarige kinderen van Gerit Willems, Willems en voor diens broer Dirck en voor de minderjarige kinderen van Gerit Jacobs, nog Henrick van Uden als voogd over de minderjarige kinderen van Adriaen Bartholomeus en alle verkopers van hierboven samen nog voor de kinderen Joorden Dircks en voor Jan Gijsberts van de Meer, verkopen aan Lauwrens Willems de twee woonhuizen en erven, het ene huis gelegen aan de heide, b.p. Jan Willems Rademaker, Gijsbert Gerits, Joost van Gerwen, de gemeenschappelijke straat. Het andere huis gelegen ter zelfder plaatse, b.p. Adriaen van Brouhuijs, het eerder genoemde huis, de Clockberg daar en de gemeenschappelijke straat, welke huizen en bezit ze na dood van Jan Dircks Gijben hebben geerfd. De verkopers beloven hoofdelijk en samen de verkoop gestand te doen en alle lasten daarin af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge en 3 en een halve gulden aan een *mijse*. Actum ut supra.