Archieven

84 Aert Claessens (31); Anthonis Huijberts van den Merendonck (58); Anthonis Cornelissen (50) en Jenneken Isaacx (65) in Den Dungen met een verklaring t.b.v. Magdalena, dochter van Handrick Huijberts van den Merendonck, namelijk, dat op 3-2-1660 zijn geweest ten huize van Handrick Huijberts waar Jenneken de weduwe van Huijbert Huijberts van den Merendonck ziek op bed lag, overigens haar verstand en zintuigen nog volkomen gebruikende, en ze hebben Jenneken toen horen bekennen en verklaren, dat ze aan Magdalena voor haar hulp en lange jaren getrouwe dienst altijd heeft beloofd 200 gulden te geven en heeft haar kinderen en erfgenamen verzocht dit bedrag aan Magdalena te betalen, waarop genoemde Anthonis, zoon van Jenneken dat hij voor zijn part, daarmee tevreden en het begeerde te doen, maar niet voor de anderen kon spreken; Anthonis Cornelissen en Jenneken Isaacx verklaren, dat ze de woorden van Jenneken niet hebben gehoord, omdat ze wat verder van het bed afstonden, maar wel gehoord hebben dat Anthonis tevreden was; Aert Claessens heeft de woorden van Jenneken iets luider herhaald. Toen iedereen vetrokken was, bleef Anthonis Huijberts nog even bij zijn moeder achter en zijn moeder wilde toen, dat de sleutel van het kistje waar het geld in lag, gehaald werd zeggende: “Haelde gij daer soo veel gelts uijt ende geeft die aen Magdalena”, waarop Anthonis verklaarde geantwoorde te hebben: “Dat en sa lick niet doen, ick en sal mijn handt aen tgeldt niet steecken, vur dat d’andere kijnderen daerbij sijn.” Getuigen: Jan Huijberts en Marten Handrickx van den Heuvel.