Archieven

633 Jan soene wylen Hanricx Willemss van Tillair, ‘onse mede scepene’, en zijn broers Willem soene wylen Hanricx Willemssoen van Tillair des Jongen, Dirck en Peter, mede optredend voor hun broer Ariaen, en wylen Jan Hanricxs vander Ryt als man van Sophien dochter wylen Broes Dircxs van Roey (van Broessen en wijlen zijn vrouw Elysabeth dochter wylen Willem Hanricx van Tillair, mede optredend voor Theuwen soene wylen Goert Theeuwenss als man van Anne dochter wylen Broessen en Elysabth voirgen(oemt), hebben verkocht, opgedragen en overgegeven aan Jannen soene wylen Claeus Aernt Peterssoen al hun rechten in ‘eenen stuck lants genoemt die Hoecheynden’, gelegen tusschen die twee bruggen
- e.z.: Peter Hanricx Heymans
- a.z.: Elysabeth we(duw)e wylen Willem Hanricx Houbraken en haar kinderen
- e.e.: Peter Hanricx Heymans met anderen
- a.e.: ‘die gemeynt’
Lasten:
- een erfpacht van 10 ½ ‘vaeten roggen’, Veghelse maat aan de erfgenamen van Willem Hanricx Houbraken
- het 1/5 deel van een erfpacht van 1 ‘mud roggen’, Veghelse maat, aan Aernden Mars Ten Bosch
- een erfcijns van 4 Bossche ponden aan de erfgenamen van Jans van Erp
- een erfcijns van ½ Bosch pond payments aan ‘der kercken, vicarien ende costerien tot Vechel’
Getuigen: Thonis Hanricx en Goert van Erp, ‘scepenen’.