Archieven

235 In de naam van de heer God amen. Vandaag 18 november 1689 verscheen voor mij notaris en getuigen Adriaen zoon van Goijaert Corsten van Sochel jongeman wonend te Gemonde in de heerlijkheid van St. Michielsgestel ziek in bed liggend doch wel in het bezit van zijn verstand en geheugen. Hij overdenkt de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en wil daarom zijn laatste wil opmaken en wil het zo hebben uitgevoerd ook al zou het strijdig zijn met ander recht. Hij herroept alle eerdere testamenten en codillen en speciaal het testament opgemaakt voor notaris Jan van den Heuvel te St. Michielsgestel en hij beveelt zijn ziel zodra hij is overleden aan bij de almachtige God en wil een christelijke begrafenis. Hij vermaakt aan de heer Theodorus Dortmans een bedrag van 50 gulden eens te besteden zoals de testateur hem heeft gevraagd te doen. Verder vermaakt hij aan Goijaert en Jenneken kinderen van Jan Goijaert Corstens al zijn meubels waarover de testateur rechten heeft. Ook vermaakt hij hen twee akkertjes groot ca. 2 en een halve lopenzaad gelegen te Schijndel ter plaatse genoemd het Blacke Kamp zijnde de twee voorste stukken naast Peter Wouters en Jan Gielen waarvan zij het erfrecht krijgen en zulks heeft hij gedaan ter erkening van de trouwe diensten die ze aan hem hebben verleend in zijn ziekte etc. Daarvoor hoeven zij geen verantwoording aan de andere erfgenamen af te leggen of aan Jenneken weduwe van Jan Goijaerts waarmee hij testateur heeft samengewoond en hij testateur geeft haar kwijtschelding voor alles wat hij van haar te vorderen zou hebben. Alle verdere na te laten bezit van welke aard en waar dan ook vermaakt hij aan Goijaert en Jenneke kinderen van zijn overleden broer Jan Goijaerts en aan zijn zuster Cathalijn die is gehuwd met Wouter Gerrits, verder aan Corstiaen en Oijken kinderen van Jacob Goijaerts en aan Ida, Merijke en Corstiaen als kinderen van Creijntje zijnde zijn andere overleden zuster