Archieven

50 Vandaag 9 juni 1685 verschenen voor mij notaris en getuigen Mariken weduwe van Jan Rutten van Geffen en haar zoon Peter Janssen wonend te Den Dungen met Caspar Peters van Gemert meester-smid wonend onder St. Michielsgestel als partij ter ener zijde en verder Jenneken Mattijssen Weijgergancks als weduwe van Jan Rutten geassisteerd door haar huidige man Antonie Lamberts van der Hagen. De comparanten verklaren door bemiddeling van goede mannen overeenstemming te hebben bereikt over de meubels die de eerste comparanten aan wijlen Ruth Janssen hadden overgedragen. Jenneken Matijssen zal zodanige meubels blijven houden als haar waren overgedragen en zoals was vastgelegd op een briefje en door een der comparanten ondertekend d.d. 16 februari 1679 maar Jenneken moet aan de eerste comparanten 400 stene teruggeven die ze eerder had ontvangen en in Heeswijk zijn gebruikt. En Jenneken zal verder nimmer verdere aanspraken mogen stellen ten opzichte van de eerste comparanten en idem ditto wat betreft de andere partij. Jenneken zal de andere partij ook niet mogen molesteren over verkochte eikenboompjes. Jenneke en genoemde Peter Janssen mogen de ploeg nog een jaar lang gebruiken en dan zal die verder alleen door Jenneken worden behouden. Partijen verklaren hiermee tevreden te zijn. Actum Den Dungen, ondertekend : dit merk is van Merieken weduwe van Jan Rutten van Geffen, Peter Jan Rutten, Jenneken Thijssen, Anthoni Lamberts Verhagen, Kaspar Peters van Gemert, Delis Thijssen, Nelen Janssen et me presente W. van Gestel notarius publicus.