* e.z.: een gemeyn steechde
* a.z.: het lant der voorschreven hoeve
* e.e.: het goed waar meester Jacob Mathyssen op woont
* a.e.: eenen beempt van der selver hoeve
'Ende dat den voorschreven ecker met het beemtken is by der hoeven geweest ende toebehoort ende behoidt by Jasperen Surmonts aleer hy Jaspar voorschreven het erffenisse daer Jacob Mathyssen op woonechtich is, groot ontrent drie lopensaet, met syn huysvrouwe in coop vercregen hadde, ende dat hem oock seer wel verhuecht dat Jasper Surmonts, als hij het voorschreven erffken daer Jacob Tyssen op woont in coop vercregen hadde, als voor, dat doen ter tyt den laet wonende oper groote hoven voorschreven behoudt by Jasperen Durmonts syne huysvrouwe is vertrocken op het gecoftte erffken ende dat op de voorschreven hoeve is gecomen Jasper Surmonts, ende dat hy opt voorschreven stuck lants daer questie om is tusschen den producent ende Jan Willem van Chenu totter grooteer hoeven behorende, gelyck voorschreven is, hadden doen setten een schuer. Ende verclaerdt heer Casper van Tillaer hem wel kennelyck te wesen, ende dat op syn priesterschap, dat het lant groot ontrent twee op III lopensaet ende het huys op staet welck tegenwoordich gebruyckt wordt by Jacob Tyssen, Jasper Surmonts naederhant in coop vercreghen heeft'.