Archieven

213 Willem Roelofs en Jacomina Cruijsen, e.l. , hebben verkocht aan Juffr. Johanna Maria Bloemarts, weduwe van wijlen Dhr. Vincent van Tuerenhout en haar erven: een jaarlijkse rente van 12 Caroli guldens ad 20 stuivers Hollands het stuk, losbaar met een kapitale som van 300 gelijke guldens, waarvan het 1e jaar rente zal verschijnen op 12 Oktober 1777 en zo van jaar tot jaar tot de volledige aflossing en effectieve voldoening van de genoemde kapitale som van 300 Caroli guldens, vrij van alle lasten, Herenbede, 40e, 50e, meer of mindere penningen hoe dan ook genaamd uit de onderpanden van een zekere bouwhof, genaamd den Kleijnen Galbergh met alles wat daartoe behoort, bestaande uit huis, schuur, schop, bakhuis, moeshof en aangelegen bouwland, groot ca. 6 Holl. morgen en 4 hond, gelegen onder Klein-Linden, ressort de Hoofdbank van Cuijk, palende Oost: de gemene straat; West: het Steegstraatje; Zuid: den Galbergh en Noord: het Lang Campke. Idem in ca. 1 morgen bouwland onder Klein-Linden ; nog in ca. 1 morgen bouwland, genaamd St.Anna Campke, gelegen onder Cuijk. Alle genoemde goederen tesamen jaarlijks belast met 4 malders rogge a/h Convent St.Agatha, verder vrije allodiale erven uitgezonderd het contingent in de gemeente lasten en schattingen en met zodanige actieve en passieve servituten als tot deze goederen behoren. Het zal de rentbeurders, hun erven en rechtverkrijgenden vrij staan de genoemde rente uit de vermelde onderpanden te doen uitpeinden, gelijk de Heer van de Lande zijn schattingen en thijns uitpeindt zonder enige oppositie onder voorbehoud dat de rentbeurders hun erven en rechtverkrijgenden en ook de rentgelders hun erven en rechtverkrijgenden de rente op de vervaldag elk jaar mogen doen aflossen, respectievelijk kwijtkopen met de gelibelleerde som van 300 Caroli guldens met een opzegtermijn van 3 maanden voor de vervaldag. Het recht van de 40e penning is aan Mr.W.G.van Oijen betaald.. In de marge: Is ons gerechtspersonen van de Hoofdbank van Cuijk gebleken