Cornelis Nelissen, arbeider, en zijn vrouw Jeanne van Uffelt, wonende te Roermond, verklaren te hebben verkocht aan Jean Heuvelmans, schoenmaker, gehuwd met Marie Janssens, wonende te Wessem, een stuk bouwgrond gelegen in het veld van Wessem, groot ongeveer 28,35 are, grenzend aan Henri Bergerhoff en Guillaume Nelissen en aan de beide einden aan grond van de armen van Wessem en aan de weduwe Hillekens. De koopsom bedroeg 500 franc. De verkopers verklaren hiervan 250 franc in klinkende munt en tegen geldende koers te hebben ontvangen en hiervoor de kopers te hebben gekwiteerd. De resterende 250 franc blijven als hypotheek specifiek rusten op het verkochte goed, ten gunste van Clefas Troyen, boer te Nederweert. De koper belooft Troyen hierover jaarlijks 3% rente te betalen op 6 mei, voor het eerst in 1806, tot aan de volledige restitutie van de hoofdsom en betaling van alle verschuldigde rente. De verkopers hebben het goed geërfd van hun vader en moeder. De akte is opgemaakt en verleden in het notariskantoor op 9 november 1805, in aanwezigheid van de getuigen Chastelain de Bye, advocaat, en Gerard Janssens, timmerman, beiden wonende te Roermond.