Corneille Mestrom, boer, en zijn echtgenote Marie Catherine Wegers, wonende te Linne, hebben gezegd en verklaard te hebben verkocht aan de heer Pierre Leonard.Specken, koopman, gehuwd met mevrouw Gertrude Zegers, wonende te Roermond: 1. Een kleine weide, groot 21,06 are (:100 roeden en 30 voet) gelegen in de Linnerweert, grenzend in het noorden aan Corneille Vandervinne, in het westen aan G. Mestrom, in het zuiden aan P. Cuypers en in het oosten aan de gemeente[grond]. 2. Een stuk bouwland gelegen in het Craveldt, groot 22 are(:102 roeden en 57 voet), grenzend in het noorden aan de weg naar Echt, in het westen en het zuiden aan P. Frencken en in het oosten aan De Schorsin. Beide percelen zijn gelegen in Linne, ze worden verkocht met hetgeen zich er op bevindt en met de actieve en passieve erfdienstbaarheden. De koopsom bedroeg 240 franc; de verkopers verklaren dit bedrag reeds te hebben ontvangen in klinkende munt; de akte geldt als kwitantie. De percelen zijn in het bezit gekomen van de verkopers als erfenis van hun voorouders. De percelen zijn vrij van hypotheek en andere lasten. Vanaf de aktedatum zijn lasten voor rekening van de kopers evenals een jaarlijkse betaling in natura geheten “primus pacht” bestaande uit één zesde van 2,5 maat rogge te leveren aan Janssens uit Linne; de titel van deze pacht is onbekend. De comparanten stemmen in met registratie van deze (ver)koop, waar en wanneer dit nodig mocht zijn. De akte is opgemaakt en gepasseerd in het kantoor te Roermond op 11 oktober 1811, in aanwezigeid van de getuigen Jean Raemaekers, schrijnwerker, en Nicolas van Appeven, koopman, beiden wonende te Roermond.