Bonneaventure Richard, plaatselijk commandant [garnizoenscommandant?], wonende te Roermond in de ‘Swamakerstraat’ [huidige Swalmerstraat] nr. 807 (toebehorend aan Marie Agnes Timmermans wonend te Herten), zich bevindend in een kamer op de begane grond uitkijkend op de straat, ‘allant et venant’ [‘goed ter been’?], in goede lichamelijke gezondheid, helder van geest en geheugen, begrip en oordeel, naar waarneming van notaris en getuigen. Comparant wil – in het vooruitzicht van de dood – zijn ziel aanbevelend aan God, dat zijn lijk zonder pracht of luister in de parochie(kerk) zal worden begraven. Hij geeft en laat na aan Josephine Kneepkens, zijn huishoudster [mogelijk ook: huisvrouw], wonende te Roermond, al zijn meubels/roerende zaken van welke aard ook, in volledig eigendom. Hij herroept bij dezen alle vorige testamenten en codicillen en geeft aan dit testament als zijn laatste wil te beschouwen. Getuigen bij het opmaken van het testament op 2 juli 1807 in de kamer zoals boven beschreven en gedicteerd door de comparant, waren Joseph Reyns, timmerman + Heyliger Mathieu Klinckhamer [ondert.: Klinckhamers], kuiper + Joseph Toussaint Joly, ontvanger bij de douane + Pierre Jean Daris, ‘justitateur’ [geen vertaling gevonden], alle vier wonende te Roermond.