Het echtpaar Jan Quirijnse de Leeuw en Jannetje Franse Romeijn, wonende binnen deze Heerlijkheid maakt een testament op de langst levende en herroept alle voorgaande testamenten, codicillen etc. De langst levende is voogd over hun minderjarige erfgenamen met de macht om mede voogden te benoemen.

Jan Rembrands de Bruijn, woonachtig binnen deze Heerlijkheid herroept alle testamenten of andere akten van uiterste wil en bestemt zijn nalatenschap aan zijn vader Rembrand Jansz de Bruijn en bij diens overlijden aan zijn stiefmoeder Aaltje Pieterse Pors .

Tijs Vranckesteijn, woonachtig binnen deze Heerlijkheid stelt zich borg voor Cornelis de Graat, hoofdgaarder van beschreven middelen en veergeld over Delft en dien ten behoeve van het gemene land Holland en West Friesland ten bedrage van twaalf duizend gulden.

Hendrik Betlehem, gaarder der algemene landsmiddelen en woonachtig alhier geeft te kennen dat Tijs Vranckesteijn zich borg heeft geteld voor Cornelis de Graat, hoofdgaarder van beschreven middelen en veergeld over Delft en dien ten behoeve van het gemene land Holland en West Friesland ten bedrage van twaalf duizend gulden en stelt zich ten allen tijde als schadeloos steller.