Wat blijft is het verhaal. Mevr. G. van de Vlugt, 1999 ( Fries Film en Audio Archief )
0021 Collectie Fries Verzetsmuseum
Datering:
1999
Titel:
Wat blijft is het verhaal. Mevr. G. van de Vlugt
Maker:
Fries Verzetsmuseum
Opdrachtgever:
Fries Verzetsmuseum
Samenvatting inhoud:
Elske van de Vlugt vertelt voor een schoolklas over haar tijd als kind in Nederlands-Indië (nu Indonesië) tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Japan bezette Nederlands-Indië in 1942. Haar beide ouders waren onderwijzer, zij was de jongste en had 3 broers. Tijdens de bezetting lag het openbare leven stil, scholen waren gesloten. Alle blanken werden overgebracht naar ‘beschermde’ wijken, achter prikkeldraad. Haar vader werd krijgsgevangen gemaakt en moest gaan werken aan de spoorlijn in Birma, waar vier van de vijf arbeiders (waaronder ook veel Javanen) door het zware werk en de ontberingen overleden.
In het kamp in de wijk Malang zat Elske met haar moeder en broers met 30-40 personen in één huis. Ze heeft in die tijd in 3 verschillende kampen gezeten. Omdat de Japanners meer controle wilden concentreerden zij de mensen in steeds minder kampen, daardoor de huizen steeds voller werden. Extra eten werd binnengesmokkeld in ruil voor o.a. sieraden. Door honger, ziektes, tekort aan water en de tropische hitte werd de situatie steeds slechter.
Haar broers hielpen met eten voorbereiden en schoonmaken. Elke dag was er een urenlang appèl, fouten met tellen werden afgestraft.
Het eten bestond uit (pap van) rijst en wat groente, vaak zelf aangevuld met gevangen kikkers, slangen, libellen. Door het slechte eten en hygiëne ontstonden ziektes als malaria, tbc, kinderverlamming en hongeroedeem. Als er eten was moest je dat direct opeten, anders werd het gestolen. Veel mensen kwamen te overlijden, ook haar moeder werd ziek en overleed. Ze stond er toen alleen voor, maar gelukkig zorgde een andere vrouw goed voor haar en haar broer. Mensen hadden onderling veel ruzie.
Jongens ouder dan 10 jaar moesten naar een apart mannenkamp waar ze alles zelf moesten doen: voor eten zorgen, voor Japanners werken maar ook de eigen doden begraven. Dat was heel zwaar, steeds meer mensen gingen dood.
Japan bezette Nederlands-Indië in 1942. Haar beide ouders waren onderwijzer, zij was de jongste en had 3 broers. Tijdens de bezetting lag het openbare leven stil, scholen waren gesloten. Alle blanken werden overgebracht naar ‘beschermde’ wijken, achter prikkeldraad. Haar vader werd krijgsgevangen gemaakt en moest gaan werken aan de spoorlijn in Birma, waar vier van de vijf arbeiders (waaronder ook veel Javanen) door het zware werk en de ontberingen overleden.
In het kamp in de wijk Malang zat Elske met haar moeder en broers met 30-40 personen in één huis. Ze heeft in die tijd in 3 verschillende kampen gezeten. Omdat de Japanners meer controle wilden concentreerden zij de mensen in steeds minder kampen, daardoor de huizen steeds voller werden. Extra eten werd binnengesmokkeld in ruil voor o.a. sieraden. Door honger, ziektes, tekort aan water en de tropische hitte werd de situatie steeds slechter.
Haar broers hielpen met eten voorbereiden en schoonmaken. Elke dag was er een urenlang appèl, fouten met tellen werden afgestraft.
Het eten bestond uit (pap van) rijst en wat groente, vaak zelf aangevuld met gevangen kikkers, slangen, libellen. Door het slechte eten en hygiëne ontstonden ziektes als malaria, tbc, kinderverlamming en hongeroedeem. Als er eten was moest je dat direct opeten, anders werd het gestolen. Veel mensen kwamen te overlijden, ook haar moeder werd ziek en overleed. Ze stond er toen alleen voor, maar gelukkig zorgde een andere vrouw goed voor haar en haar broer. Mensen hadden onderling veel ruzie.
Jongens ouder dan 10 jaar moesten naar een apart mannenkamp waar ze alles zelf moesten doen: voor eten zorgen, voor Japanners werken maar ook de eigen doden begraven. Dat was heel zwaar, steeds meer mensen gingen dood.
Vervolg samenvatting inhoud:
Na de Amerikaanse atoombommen op Japan eindigde de oorlog in Azië. Na de overgave van de Japanners eisten de Indonesiërs de macht op. Omdat de situatie voor blanke Nederlanders niet veilig was, moest men nog 8 maanden lang in het kamp blijven, beschermd door de Japanners, van augustus 1945 tot april 1946. Toen pas was er een boot beschikbaar waarmee ze naar Nederland konden gaan. Ze werden opgevangen door familie in Friesland. Als op een dag haar vader terugkeert als militair, blijken hij en zijn kinderen vervreemd van elkaar. In de oorlog had haar oudste broer de vaderrol op zich genomen.
Tot slot laat Elske tekeningen zien uit de oorlog:
•Een stoere Japanse soldaat met zweep en bajonet
•Een Japanse kampcommandant, er waren slechte maar ook goede. Een daarvan voorkwam dat meisjes naar een Japans bordeel werden gestuurd
•Een kamp in het oerwoud gemaakt van bamboe en riet
•Jonge jongens bezig met houtkappen en aanleg van een visvijver
•Jonge jongens die hun eigen doden begraven
•Grote gaarkeukens
•Een appèl in de nacht, als straf
Tot slot laat Elske tekeningen zien uit de oorlog:
•Een stoere Japanse soldaat met zweep en bajonet
•Een Japanse kampcommandant, er waren slechte maar ook goede. Een daarvan voorkwam dat meisjes naar een Japans bordeel werden gestuurd
•Een kamp in het oerwoud gemaakt van bamboe en riet
•Jonge jongens bezig met houtkappen en aanleg van een visvijver
•Jonge jongens die hun eigen doden begraven
•Grote gaarkeukens
•Een appèl in de nacht, als straf
Bronformaat:
Video
Kleur:
Kleur
Geluid:
Ja
Duur:
26,55 minuten
Collectie:
Fries Verzetsmuseum
Organisatie: Fries Film en Audio Archief
laatste wijziging 08-02-2025
1 gedigitaliseerd