a. Oorspr. I. E. 5. Met het zegel van de vader van de oorkonder Henricus van Kuyc, maar zonder tegenzegel (confer Camps nr.101).
b. Afschrift op de rug van het charter met de akte van (1295) (reg. nr.103), begin 14e eeuw.
c. Eenv. afschrift in Dietse vertaling, op papier, (ca. 1400), 2e afd. A. 11, map 10a; met als toegevoegde datering: Ghegheven int jaer ons Heren 1195, opten Vastelavond, (februari of begin maart).
d. 2 auth. afschriften van notaris Gijsbert Bosch, 135; 2e afd. A. 11, map 2.1 en map 3.2.
e. Auth. afschrift van notaris J. Robberts van Erp, 1648, 2e afd. A. 11, map 4.1.
f. Afschrift in Groot-Ms. Van Alkemade (1709), f.49.
g. Gedrukte tekst in: Ch. L. Hugo, Sacri et canonici ordinis praemonstratensis annales (Nancy 1734-1736), deel I, kolom 291.
h. Vertaling (ca.1800); 2e afd A. 11, map 2.2.
i. Afschrift van G. van den Elsen in Ms. Heeswijk en Dinther, blz.16.
j. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.14.
k. Vermelding in 0.B. De Fremery, nr.21.
l. Gedrukte tekst in 0.B. Camps, nr.101.
m. Literatuur, zie de artikelen van J. Niermeyer en G. van der Velden, vermeld bij de akte van 1196 (reg. nr.8) onder n. en o.
Nota. De tekst bevat geen datatio (zie echter onder c); vanwege de bezegeling wordt de akte gesteld rond de opvolging van Henricus van Kuyc door Albertus van Kuyc. De datering van de eerste schenking wordt door Camps gesteld op 1196, door Van der Velden echter lang ervoor.