Uw zoekacties: Provinciale Griffie te Haarlem betreffende toezicht op de Nu...

493 Provinciale Griffie te Haarlem betreffende toezicht op de Nutsbedrijven ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
2. Inleiding op het archief
"Aan Provinciale Staten (PS) behoort met betrekking tot de regeling en het bestuur van de huishouding der provincie alle bevoegdheid die niet bij of krachtens de wet aan Gedeputeerde Staten (GS) of aan Onze commissaris is toegekend", aldus bepaalt artikel 89 van de Provinciewet 1962.
Dat is ondermeer van toepassing geweest bij de elektriciteits- en drinkwatervoorziening. Noord-Holland is één van de provincies die de stroom- en drinkwatervoorziening zelf ter hand heeft genomen door middel van eigen provinciale bedrijven, te weten het Provinciaal Electriciteitsbedrijf Noord-Holland (PEN) en het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holand (PWN). De PEN en PWN zijn respectievelijk op 1 januari 1991 en op 1 oktober 1990 verzelfstandigd tot NV's met voorlopig de provincie als enige aandeelhouder.
Ten behoeve van de Provincie voert de PWN nog wel een taak uit op het gebied van de natuurbescherming en recreatie, te weten de zorg voor en het beheer van het Noord-Hollands Duinreservaat. Jaarlijks wordt een bijdrage verleend voor de bij hen in beheer zijnde duinterreinen, voorzover deze voor recreatiedoeleinden zijn opengesteld, alsmede in het exploitatietekort van de bij het PWN in beheer zijnde landgoederen.
2.1. Positie van de bedrijven in provinciaal verband
2.2. Raad van Toezicht op de Bedrijven
2.3. Geschiedenis PEN
493 Provinciale Griffie te Haarlem betreffende toezicht op de Nutsbedrijven
Inleiding
2. Inleiding op het archief
2.3.
Geschiedenis PEN
Organisatie: Noord-Hollands Archief
De geschiedenis van de elektriciteitsvoorziening in Noord-Holland start in 1899 met de levering van elektriciteit in de Gemeente Bloemendaal door de Eerste Nederlandsche Electriciteits Maatschappij (ENEM).
In 1904 werden de activiteiten van de ENEM ,die inmiddels naast Bloemendaal ook de gemeenten Velsen en Zandvoort omvatte, overgedragen aan de Kennemer Electriciteits Maatschappij (KEM).
Op 1 januari 1917 ging de KEM over in handen van de Provincie Noord-Holland. Vanaf die datum werd de elektriciteitsvoorziening verzorgd door het PEN als overheidsbedrijf. Op 1 januari 1918 kwam ook de Hollandsche Electriciteits Maatschappij (HEM) over in handen van de provincie. De HEM verzorgde sinds 1899 de energielevering in het Gooi.
De uit 1913 stammende concessie aan de KEM voor de aanleg en exploitatie van inrichtingen en van werken tot het voortbrengen, geleiden, transformeren, verdelen en leveren van elektriciteit werd in 1918 bij Koninklijk Besluit (KB) ten name van de provincie Noord-Holland gesteld en daarna enige malen gewijzigd.
In 1920 ontstond de Provinciale en Gemeentelijke Electriciteits Maatschappij (PEGEM) met als doel om tot een samenwerkingsverband te komen inzake de energie-opwekking en energielevering door de drie participanten, te weten de provincie en de gemeenten Amsterdam en Haarlem. Deze samenwerking duurde van 1922 tot en met 1928. Na deze periode kwamen de productiemiddelen weer onder beheer van elk der deelnemers. De PEGEM bleef wel bestaan met als beperkt doel de energielevering aan de Nederlandse Spoorwegen.
Op 18 december 1928 besloten de staten tot het bouwen van een nieuwe centrale te Velsen-Noord, welke op 1 oktober 1931 in gebruik werd genomen. De levering van de elektriciteit was in het begin veelal "en gros" aan de gemeentelijke distributiebedrijven. Later kwam het provinciaal bestuur, in overeenstemming met de veranderde zienswijze in de meeste andere provincies, tot de overtuiging dat de weg tot levering "en gros" aan de gemeenten moest worden verlaten en dat een goede elektriciteitsvoorziening slechts kon worden bereikt door rechtstreekse levering aan de gebruikers. Dit stond overigens ook in de rijksconcessie vermeld. De gemeentelijke distributiebedrijven zijn sindsdien voor het merendeel naar de provincie overgegaan. Alleen ten zuiden van het Noordzeekanaal heeft deze versnippering langer stand gehouden. De gemeenten Amsterdam (voor wat betreft de opwekking en distributie), Haarlem (in latere instantie alleen de distributie) en Hilversum (alleen distributie) bleven nog een lange tijd deze functie zelfstandig uitvoeren. Ook aan deze situatie zal een einde komen door de toenemende schaalvergroting met betrekking tot de opwekking en distributie van elektrische energie.
Een vreemde eend in de bijt vormde het eiland Texel waar een goede elektriciteitsvoorziening pas laat op gang kwam. In eerste instantie via een eigen elektriciteitsbedrijf op Texel, de NV Texelse Electriciteits Maatschappij (NV TEM). Het in stand houden van een eigen elektriciteitsproductie was voor een gemeente met een bevolkingsomvang zoals Texel een dure aangelegenheid. De stroomprijs lag duidelijk hoger dan op het vasteland van Noord-Holland. Om de productiekosten zo laag mogelijk te houden kwam men in het begin van de jaren zeventig tot de bouw van een gecombineerde elektriciteitscentrale en zoetwaterfabriek. Voor het exploiteren van deze fabriek werd een nieuw bedrijf opgericht, de NV Texelstroom. In deze NV participeerde de Gemeente Texel met een minderheidsbelang en de provincie met een meerderheidsbelang. Organisatorisch werd deze NV ondergebracht bij de PWN. In het kader van de schaalvergroting werd Texel eind jaren zeventig aangesloten op het elektriciteitsnet van het PEN en werd de bedrijfsvoering van de NV Texelstroom opgenomen in de organisatie van het PEN.
In 1948 vond de ondertekening plaats van de oprichtingsovereenkomst van de NV Samenwerkende Electriciteits Produktiebedrijven (SEP), met als doel de koppeling van het (landelijk) elektriciteitsnet. Het PEN is sedert 1949 op dit koppelnet aangesloten. Op 14 september 1962 werd door PS van Noord-Holland besloten, dat de Provincie Noord-Holland ging deelnemen in een door SEP-participanten op te richten NV, welke de bouw en exploitatie beoogde van een gemeenschappelijke kernenergiecentrale. Deze energie zou dan naar evenredigheid van aandelen via de NV SEP aan de deelnemers geleverd worden. Elektriciteit werd door het PEN opgewekt in de centrale te Velsen-Noord, later aangevuld met de centrale te Diemen. In grote lijnen bleef deze situatie bestaan tot het opwekkingsbedrijf eind jaren tachtig voortgezet werd door een samenvoeging van de centrales van Utrecht, Noord-Holland en Amsterdam (NV UNA). Het PEN werd van een opwekkings- en distributiebedrijf alleen een distributiebedrijf.
Naast de deelnames in de SEP en de Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland (GKN) werd door de PEN ook nog deelgenomen in een tweetal andere gemeenschappelijke instellingen, t.w. de NV Keuring van Electrotechnische Materialen (NV KEMA) en de Vereniging van Exploitanten van Electriciteitsbedrijven (VEEN). Al deze instellingen zijn gevestigd te Arnhem. De NV KEMA is in 1927 opgericht en is een dienstverlenend orgaan voor het uitvoeren van beproevingen, keuringen, speurwerk en ontwikkelingswerk, voor advisering en voor de behandeling van zaken op het gebied van elektriciteit die ten behoeve van de gemeenschappelijke instellingen gezamenlijk moeten worden verzorgd. De VEEN, opgericht in 1952, kan worden gezien als een coördinerend orgaan voor aangelegenheden betreffende de verhouding tot de verbruikers en de centrale overheid. Alle eigenaren van elektriciteitsbedrijven in Nederland zijn bij deze vereniging aangesloten.
2.4. Geschiedenis PWN
2.5. Verantwoording
2.6. Geraadpleegde literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1943-1989
Omvang in meters:
21,00
Periode documenten:
(1942) 1943-1989
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris in band 493 inv. nrs. 1-494.
Gemeente:
Provincie Noord-Holland