Dagboeken-NIOD ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
1896 Hoogland, R.
Auteur:
Hoogland, R.
Openbaarheid:
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
Vorm:
Verslag (kopie van een uitgetypte versie)
Omvang:
187 bladzijden
Periodisering:
november 1940 - november 1944
Periode van ontstaan:
1941-1944
Localisering:
Rotterdam; Enschede; Scheveningen (Oranjehotel); Amsterdam
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Maria (Riet) Hoogland, geboren in 1920 in Rotterdam, werkt in 1940 op het administratiekantoor van een textielfabriek in Enschede, waar ze dan met haar ouders woont. Als ze op haar werk de spot drijft met de Duitse bezetter, door met luide stem een anti-Duits vers op te lezen, komt ze enige tijd vast te zitten op een politiebureau. En zij niet alleen: met enkele andere meisjes van de fabriek weet ze de dagelijkse sleur te doorbreken door stiekem lol te trappen. Gedurende die maanden, november en december 1940, houdt ze een dagboek bij. Aan de hand van naar buiten gesmokkelde briefjes maakt ze kort daarna een verslag. Riet wordt veroordeeld tot een jaar. Zeven maanden daarvan zit ze uit in het Oranjehotel in Scheveningen (zie Opmerkingen). Omdat ze het niet best kan vinden met haar ouders, besluit ze enige tijd na haar vrijlating naar Amsterdam te verhuizen. Daar vindt ze in 1942 bij een hospita een kamer. Als typiste verdient ze de kost op advocatenkantoren en ze krijgt verkering met een rustige christelijke jongen van haar leeftijd. Maar voor haar vriend blijkt Rie veel te losbandig: ze wil dansen op walsmuziek van grammofoonplaten en gaat uit op de Nieuwendijk en het Rembrandtplein, waar ze bandjes ziet optreden. Al gauw houdt ze er meerdere geheime relaties op na. Ondertussen weet ze tijd vrij te maken voor een studie parapsychologie. Maria (Riet) Hoogland vertrekt na de oorlog naar Australiƫ, waar ze medio 1968 overlijdt.
NB:
Van januari tot juli 1941 verblijft Maria (Riet) Hoogland in het Oranjehotel in Scheveningen. Kort daarna schrijft ze een verslag over haar verblijf in de vrouwenafdeling van de gevangenis. Daar maakt ze indringende, trefzekere tekeningen bij. Het verslag, met de tekeningen, hoopt ze na de oorlog uit te kunnen geven als boek. Men vindt het in archief 250B (Gevangenissen in Nederland), inventarisnummers 399-400. Opmerkelijk is dat de auteur zich gedurende haar gevangenisverblijf niet Ria Hoogland noemt, maar Maria Talland.
Datum beschrijving:
19 februari 2015
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024